1.

de kraan huilde als een malle. geen mens
die er iets tegen deed. het was zomer en oorlog

wat kon hij zeggen
toen de brief viel, steen in een kloof

ondanks alles wat nog zou komen
kan ik hem alsmaar zien aarzelen in die gang

waar de ruiten van de voordeur rammelden
hoewel zijn ouders ze hadden afgeplakt

tegen zware trillingen
en rondvliegend puin

de envelop lag daar maar op de mat
niemand had de moed

ze liepen er gewoon langs gedurende dagen
eroverheen. stampend of op hoge tenen

handgewrichten die je laat kraken
als je weet dat je openen moet, uiteindelijk

de oproep deed zijn gedachten stollen in een golf
zoals dat met water niet kan

alles en hij hielden stil toen hij zijn naam
tussen de andere namen zag staan

daarna ging hij tollend rond
of alles

en hij dan roerloos
mag dat in het midden blijven