19.

hij dwingt zichzelf
aan schoonheid te denken

de vloer lag bezaaid met dode darren
en bach was volledig verstomd, de man

met de strijkstok was door het oog van de naald
gekropen en in het stof verdwenen

soms doet de gloed van bommen in de groene schemer
hem denken aan fresco's die hij in boeken had gezien

geveerde wolken aan vleugels van de engel
hoe graag zal hij ze bezoeken

in het echt
als hij ooit

er is nooit een stille nacht
boze dromen maken tongen los

in de volle barakken waar het klam blijft
en ondoorzichtig heet

soms streelt iemand over zijn been
laat hem niet met rust

hijgt in zijn oor
verlos me, vergeef me

dat hij zo vroeg vuur moet maken
ontslaat hem van verwarrende diensten

naast de ovens bidt hij tot god, schepper
met vier ogen. de rest bedenk ik er zelf bij