hij dwingt zichzelf
aan schoonheid te denken
de vloer lag bezaaid met dode darren
en bach was volledig verstomd, de man
met de strijkstok was door het oog van de naald
gekropen en in het stof verdwenen
soms doet de gloed van bommen in de groene schemer
hem denken aan fresco's die hij in boeken had gezien
geveerde wolken aan vleugels van de engel
hoe graag zal hij ze bezoeken
in het echt
als hij ooit
er is nooit een stille nacht
boze dromen maken tongen los
in de volle barakken waar het klam blijft
en ondoorzichtig heet
soms streelt iemand over zijn been
laat hem niet met rust
hijgt in zijn oor
verlos me, vergeef me
dat hij zo vroeg vuur moet maken
ontslaat hem van verwarrende diensten
naast de ovens bidt hij tot god, schepper
met vier ogen. de rest bedenk ik er zelf bij