glasscherven knerpen onder de zolen
van zijn al te droge schoenen
gruis doet alles barsten, het leer
heeft zich gewonnen gegeven
dit is zijn geboortedag
het stinkt en jankt rondom
hij slaat af en is verdwenen
niemand daar die hem kent
wat zeult hij toch rond met die ziel
die lang zal leven. wat dwaalt hij
polderdorstig tussen de puinhopen
het pakje met boeken en bonen kwam op tijd
de stemmen van thuis klonken niet te verstaan
hij heeft ze laten stikken in het luizige stro
misschien slaat iemand hem op in een oksel
omdat hij niet bij de ovens is
maar wie weet is hij lucht voor hetzelfde geld
als waarmee de een de ander niet vrij kan kopen
uit dit helse veld waar elk lied verstomt
of teruggebracht wordt tot zeer lage tonen