het is niet ver naar het station
hij kende de weg
de bus reed al te langzaam
niet langzaam genoeg
er waren eksters in het weiland
ze pikten een schaap tot bloedens toe
hij zag het, maar kon alleen
iets zeggen van binnen
hij wist dat bij die ene kruising
de luchtstroom warm en behaaglijk was
waarom heeft hij nooit kunnen verzinnen
hij kon er thuis niet over praten
over die warmte, alsof het ongemakkelijk zou zijn
die zoelte ter sprake te brengen aan tafel of in bed
als hij dacht aan die streling
van de bries langs zijn benen
en het bloed in zijn oren was begonnen
te bonzen, soms moest hij dan ten slotte
ik ga weer naar die bus
die eindelijk vaart maakt